De duurste F1-crashes van 2025 per coureur

Het Formule 1-seizoen van 2025 leverde McLaren de eerste dubbele titel op sinds 1998.

Lando Norris werd in Abu Dhabi voor het eerst wereldkampioen bij de coureurs, terwijl hij samen met teamgenoot Oscar Piastri al eerder in Singapore de constructeurstitel voor McLaren veiligstelde.

Het team won in totaal 14 races en pakte 13 poles. Ondanks het sportieve succes leverden crashes het team uit Woking ook forse schadeposten op.

Volgens gegevens van MostlyF1 was Norris namelijk de coureur met de op twee na hoogste crashkosten van het seizoen, hij kostte McLaren in totaal 2.175.757 euro.

‘Ik ben een idioot’

De duurste schade liep hij op in Saoedi-Arabië waar hij in de kwalificatie crashte nog voor hij een tijd kon zetten, de schade liep daar op tot 766.040 euro.

“Ik ben een idioot,” gaf Norris na afloop toe.

Hij verwees naar zijn mislukte poging om dezelfde snelheid te halen als Piastri in eerdere sessies.

De enige coureurs die nog duurder uitvielen waren Gabriel Bortoleto en Yuki Tsunoda. Bortoleto, rookie bij Sauber, leidde met afstand het klassement van duurste crashende coureurs.

Zijn totaal aan schade kwam uit op 2.983.607 euro, waarvan alleen al 1.769.202 euro in zijn thuisrace in São Paulo.

Tijdens de Sprint race daar raakte hij een hobbel terwijl zijn DRS nog sloot en verloor hij de controle, wat resulteerde in een crash met 57g impact. Een dag later volgde opnieuw schade na contact met Lance Stroll.

Yuki Tsunoda volgde met een totaal van 2.624.568 euro aan schade. Hij begon het seizoen bij Racing Bulls, maar stapte in maart over naar Red Bull, in Imola sloeg het noodlot toe.

Tsunoda crashte in de kwalificatie zonder een tijd te zetten, wat Red Bull dat weekend 1.376.822 euro kostte. Tsunoda wordt in 2026 vervangen door Isack Hadjar, die dit jaar zelf voor 1.479.274 euro aan schade veroorzaakte.

Artikel gaat verder onder de afbeelding.

Max Verstappen was opvallend genoeg de meest kostenefficiënte coureur, zijn totale schade bedroeg slechts 337.767 euro.

Zelfs zijn duurste moment, het beschadigen van de vloer in Qatar tijdens de Sprintkwalificatie, woog amper op tegen de miljoenen van anderen.

Mercedes-coureurs George Russell (356.511 euro) en rookie Andrea Kimi Antonelli (683.000 euro) hielden hun auto’s eveneens grotendeels uit de muur.

Opvallend was ook het collectieve schadebedrag bij Alpine, Jack Doohan reed slechts zes races, maar veroorzaakte toch al voor 1.609.114 euro aan schade.

Franco Colapinto nam zijn plek over vanaf Imola en eindigde op een totaal van 1.408.632 euro. Alleen al Doohans crash in de tweede vrije training in Japan zou Alpine volgens schattingen zo’n 1,3 miljoen euro hebben gekost.

Ondanks de hoge kosten aan schade bij McLaren was het jaar historisch succesvol voor het team. Maar het toont nogmaals aan dat prestaties op het circuit een prijs kunnen hebben.

Gabriel Bortoleto’s zware seizoen herinnerde iedereen eraan hoe duur fouten in de Formule 1 kunnen zijn. Zijn crashkosten waren hoger dan de gecombineerde bedragen van Verstappen, Russell, Antonelli en Ocon samen.