Lando Norris legt vinger op zere plek bij McLaren

Lando Norris heeft aangegeven dat McLaren moeite heeft met instabiliteit aan de achterkant van de auto tijdens de F1-testdagen in Bahrein. De Britse coureur trok op donderdag de aandacht met een indrukwekkende lange run. Dit gebeurde terwijl ook Charles Leclerc in zijn Ferrari en Kimi Antonelli in zijn Mercedes op de baan waren.

Op basis van de rondetijden en het zichtbare verschil tussen de auto’s ontstond de suggestie dat McLaren misschien wel de beste wagen had. Dit gold vooral met Norris achter het stuur.

De coureur zelf heeft echter geen duidelijke uitspraken gedaan over de kracht van de auto. Hij lijkt zijn kaarten namelijk tegen de borst te houden in aanloop naar het nieuwe seizoen.

Toch gaf Norris toe dat de wagen grotendeels hetzelfde aanvoelt als voorheen. Hij benadrukte dat McLaren scherp moet blijven op de instabiliteit aan de achterkant.

Hij zei tegen de media: “De achterkant is nog steeds onstabiel en dat is iets waar we aan moeten werken.”

Het is belangrijk om te vermelden dat Bahrein historisch gezien geen sterke baan is voor McLaren. De auto’s van het team presteren daar namelijk niet altijd optimaal.

McLaren-baas Andrea Stella bevestigt zorgen

McLaren-teambaas Andrea Stella bevestigde dat de feedback van Norris overeenkomt met de verwachtingen. Hij gaf aan dat de hoge temperaturen en de omstandigheden op het circuit invloed hebben op het gedrag van de auto.

Hij voegde toe: “We denken dat we vooruitgang hebben geboekt terwijl we tegelijkertijd proberen enkele sterke punten te behouden die we de afgelopen jaren hebben ontwikkeld, bijvoorbeeld in bepaalde middellange bochten.”

Norris hoopt in 2025 een sterkere gooi naar de titel te doen, zijn eerste poging in 2024 was namelijk teleurstellend.