Het Formule 1-seizoen is begonnen en teams kijken nu echt naar de data om te bepalen wie de beste wagen heeft gebouwd. Hierin is uitgekomen dat Ferrari de snelste motor heeft. Honda staat nu op de tweede plaats en Mercedes staat daar gelijk aan. Renault, die de motor levert voor Alpine, heeft de traagste motor. Hoewel dit heel goed is voor Ferrari, heeft het ook minpunten.
Geen betrouwbaarheid
Ferrari heeft met de snelle motor goed nieuws ontvangen, maar heeft er voorlopig weinig aan. De motor mag dan wel snel zijn, maar de betrouwbaarheid is echt een stuk minder. In de eerste Grand Prix in Bahrein werd dit al duidelijk bij Charles Leclerc, die uitviel tijdens de eerste race van het Formule 1 seizoen. Dit heeft hem voor komend weekend een gridstraf van tien plaatsen opgeleverd. De regelelektronica moest namelijk worden vervangen.
Naast de betrouwbaarheid heeft de wagen zelf ook moeite met de hoge topsnelheid van de motor. Dit zorgde ervoor dat Ferrari niet dezelfde-zachte-henstrategie kon gebruiken zoals Red Bull Racing in Bahrein wel deed. Ferrari is hier na de winterstop nog slechter is geworden op dit vlak, terwijl de RB19 juist beter presteert dan zijn voorganger.
Bandenslijtage is een stuk slechter geworden
SF-23 van Ferrari kampt naast onbetrouwbaarheid ook met overmatige bandenslijtage en dat lijkt de prijs te zijn die Ferrari betaalt voor het hebben van veel topsnelheid. Het was te verwachten dat teams als Ferrari en Mercedes hun zwakke plekken zouden proberen te versterken, maar de bandenslijtage van Ferrari is zeker niet verbeterd. In vergelijking met Red Bull Racing is de bandenslijtage van Ferrari misschien wel slechter geworden dan vorig seizoen. Hoewel de topsnelheid van Ferrari aanzienlijk is verbeterd, lijkt het erop dat de banden nog steeds een zwak punt vormen voor het team.